Wie het geluk had om dit jaar een ticket te bemachtigen voor Tomorrowland zal het bevestigen: het festival is niet alleen een jaarlijkse hoogmis voor muziekfanaten, ook foodies komen er ruim aan hun trekken. En dat blijkt geen louter toeval te zijn, zo ontdekten we tijdens een wandeling over het terrein één dag voor de madness losbrak. Een gesprek met festivalorganisator Manu Beers over kookboeken, horeca en verse tomaten.
Het moet iets Kempens zijn. De bescheidenheid waarmee Manu Beers en zijn broer Michiel onder de radar blijven. Geen enkele sappige roddel over jetsettoestanden met topmodellen of snelle bolides. Op de cover van Dag Allemaal zal je hen nooit zien. Ze schuwen de media als een hert dat met schichtige sprongen een eenzame kronkelweg in de Hoge Venen oversteekt. Ere wie ere toekomt: dankzij de volharding van mijn hoofdredacteur heb ik een interview met een man die nooit interviews geeft. Zelfs onze beminnelijke huisfotograaf Jean Van Cleemput is er niet in geslaagd om hem voor de lens te krijgen. Er is voor alles een eerste keer en dus heb ik me ook alvast voorbereid op een moeilijk gesprek. In de luwte van de crewcatering tent zit hij me op te wachten aan één van de lange tafels. Een grote man in een zwart T-shirt en casual shorts. Geen spoor van stress of nervositeit op zijn gezicht. Terwijl negenhonderd mensen op het terrein druk in de weer zijn met de laatste voorbereidingen, begroet hij me met een ontspannen glimlach. Net zoals een jaar geleden toen Nick Bril me op de laatste dag van Tomorrowland aan hem voorstelde, vertoont hij geen enkel spoor van vermoeidheid. Integendeel, zijn ogen beginnen te fonkelen als ik hem vertel over het boek van Bril. De Kempenaar die samen met zijn broer een miljoenenproject uit de grond stampte, blijkt tevens een gepassioneerd verzamelaar van kookboeken te zijn. En plots is het ijs gebroken en beantwoordt de man die haast nooit interviews geeft heel spontaan al mijn vragen.
Ik heb ondertussen ontdekt dat koks weinig slapen, maar de voorbereidende fase moet voor een festivalorganisator minstens even heftig zijn. Hoeveel uren heb je vannacht geslapen?
“Mijn ritme is niet zo hels als dat van Nick Bril. Ik heb een weekje meegedraaid in de keuken van The Jane & Pure C en weet dus heel goed wat je bedoelt. Maar wij leven ‘slechts’ zes weken op het scherp van de snee, terwijl een sterrenzaak heel het jaar door op adrenaline raast. Het was dan ook een heel bijzondere ervaring om in zijn team te mogen meedraaien. Het voelde alsof ik werd toegelaten in het heiligdom van de smaken. Sindsdien beleef ik een restaurantbezoek wel intenser dan voordien. Omdat ik nog beter besef hoeveel toewijding en energie zelfs het kleinste gerechtje vraagt.”
Wat drijft een succesvol ondernemer om een week mee te draaien in het keukenteam van The Jane en Pure C?
“Naast muziek is lekker eten een passie die ik al sinds mijn jeugdjaren deel met mijn broer. En de manier waarop Nick, Syrco en Sergio smaken combineren vind je nergens in de wereld.”
Mag ik daaruit concluderen dat eten belangrijk was in het gezin waar jullie opgroeiden?
“Jazeker. Weliswaar op een eenvoudige manier. We gingen nooit op restaurant, maar onze papa maakte er bijvoorbeeld een halszaak van om verse boontjes uit eigen tuin op tafel te zetten. Of zelf een franse mosterdvinaigrette te bereiden. Ik herinner me nog dat mijn broer en ik hem ooit een geel boekje cadeau gaven in de hoop dat hij alle recepten op papier zou zetten. Niet dat we er toen al aan dachten om zelf in de potten te roeren. Die interesse ontstond pas bij mij toen ik Jamie Oliver op tv zag koken. Ik voelde me aangesproken door de jonge drummer die naast zijn liefde voor muziek ook in de kookpotten roerde. En nu doen we niets liever dan thuis etentjes te organiseren voor vrienden. Sinds de week in The Jane geniet ik er nog meer van (lacht). Omdat ik nu weet wat het verschil is om onder druk te koken of in je vrije tijd.”
Het is dus geen toeval dat de klassieke festivalbraadworst een stille dood stierf op de terreinen van Tomorrowland?
“Ik denk dat we wel mogen zeggen dat het onze verdienste was om de grootkeuken weg te halen van festivals. En elk jaar leggen we de lat nog iets hoger. Dat vergt organisatorisch enorm veel van ons. Want het is één zaak om vooraf te bespreken hoe de gerechten moeten bereid worden, maar een andere zaak om tijdens het festival te controleren of het daadwerkelijk ook zo gebeurt. Alles wat op Tomorrowland wordt aangeboden, moet lekker zijn. Eten zit in het DNA van ons bedrijf. Bijna iedereen in ons team is een foodie. We doen geen toegevingen om hogere marges te halen. Integendeel. Wij kiezen in de eerste plaats voor goede producten. Zo’n aanpak vraagt volharding, maar uiteindelijk loont het. We zijn trots op de hoge kwaliteit die we op het terrein aanbieden. Omwille van de grote volumes is dat echt geen evidentie. Een belangrijk deel van de catering doen we dan ook zelf. Wat we uitbesteden aan externe cateraars wordt nauwgezet gecontroleerd om zeker te zijn dat de juiste ingrediënten worden gebruikt.”
Begrijp ik het goed? Hebben jullie een intern team dat zich enkel op catering focust?
“Inderdaad. Ze bedenken een heel jaar door gerechten, maken technische fiches en motiveren cateraars. Voor ons is dat de logica zelve. Omdat Tomorrowland een feest is van de vijf zintuigen. Naast het muzikale en visuele sprookje dat we brengen, willen we ook de smaakpapillen van onze bezoekers prikkelen. Het zou gemakkelijk zijn om een paar foodtrucks op het terrein te zetten, maar wij willen grenzen verleggen.”
In september openen jullie Mesa, een restaurant in het hartje van Antwerpen. Is dat een logisch vervolg?
“Mesa is toch een heel ander verhaal. Omdat het een heel jaar open is. Michiel en ik speelden al lang met het idee van een eigen restaurantje. Toen we op zoek gingen naar een nieuw kantoor in het centrum van de stad werd de droom plots wezenlijk. Na veel omzwervingen vonden we een pand waarvan de benedenverdieping kon worden omgebouwd tot een klein restaurant. Ondertussen zijn we vijf jaar verder en is het eindelijk zover. Na twintig jaar festivals organiseren kennen we het klappen van de zweep als het op organisatie aankomt, maar horeca bleek toch een heel andere wereld. Het was de bedoeling om een heel laagdrempelig restaurant te openen, maar al snel ontdekten we dat het financieel in België niet haalbaar was. Omdat de personeelskosten te zwaar doorwogen op het totaalbudget. Bovendien wilden we architecturaal iets heel mooi maken met een vide in de ruimte als je de bar binnenkomt maar die kosten tikken echt door. Uiteindelijk zagen we geen andere optie dan het oorspronkelijk concept iets aan te passen, maar ons vertrekpunt bleef wel ‘Tastes of The World’. Op de menukaart brengen we gerechten uit veertien landen. We gingen daarbij heel bedachtzaam te werk. Voor de ceviche reisden onze koks naar Peru om ter plaatse de juiste bereidingswijze te leren. Maar de grootste uitdaging was wel om veertien smaken te ontwikkelen die bij elkaar passen. Want elk gerecht moet aansluiten bij het concept van ‘sharing tables’. Heel concreet betekent dit dat er rond elke tafel vier gasten plaatsnemen die elk een gerecht kiezen om vervolgens samen te delen. Op basis van smaak wordt dan beslist in welke volgorde de gerechten geserveerd worden. Aangezien Michiel De Bruyn al jaren ons klankbord is voor de Secret Resto van Tomorrowland leek het ons logisch dat hij de creatieve chef zou worden. Een jaar lang zaten we elke twee weken samen om te evalueren en bij te sturen. Het bedenken van recepten was geen eenvoudige klus. We wilden eenvoudige gerechten, die best wel robuust mochten zijn en tegelijkertijd voldoende diepgang moesten hebben. Vervolgens was het de kunst om bij elk gerecht een cocktails te ontwikkelen op basis van hetzelfde smaakpallet. Daarvoor deden we beroep op Paul Morel die er zelfs in slaagde een cocktail te ontwikkelen op basis van tijgermelk met hetzelfde smaakpallet als een ceviche.”
Het is duidelijk dat koken je grote passie is. Reis je ook in functie van culinaire ontdekkingen?
“Ik reis niet speciaal naar de andere kant van de wereld om ergens te gaan proeven, maar het is evident dat je op elke nieuwe bestemming smaken wilt ontdekken. Maar mijn culinair walhalla zal wel altijd Barcelona blijven. Op elke hoek van de straat vind je wel een groentewinkel die de beste producten verkoopt. Zelfs het kleinste restaurant heeft een goede chef achter het fornuis en voldoende personeel in de zaal om een vlotte bediening te garanderen. Jammer dat het onmogelijk is om in ons land om op al deze facetten ook in te zetten. Maar voor Mesa hebben we alles uit de kast gehaald om toch heel dicht in de buurt te komen.”
Was het een stiekeme jongensdroom om op een dag kok te worden?
“Neen, de passie voor het koken kwam pas op latere leeftijd. Maar zowel mijn broer als ik hadden al wel op heel jonge leeftijd de passie om mensen samen te brengen. En uiteindelijk is dat ook de essentie van een festival. Daarom vergelijken we Tomorrowland altijd met een uit de hand gelopen barbecue voor vrienden. Op een idyllisch plekje onder een boom, met heel lekker eten en met leuke muziek die wanneer de nacht valt en de kaarsjes branden, een streepje luider mag.”
Jullie hebben op heel jonge leeftijd een waanzinnig verhaal geschreven. Geloof je in lotsbestemming? Of wat is het geheim van jullie succes?
“Het is in de eerste plaats een kwestie van volharding. In de beginperiode hebben we hard gevochten om een plaatsje te veroveren in een wereld die zichzelf afschermde van nieuwkomers. Het heeft ons zelfs op een bepaald moment een faillissement gekost, maar op zo’n dieptepunt is het een kwestie van te blijven geloven. Onze droom was mensen samen te brengen in de natuur. Een escape uit de verstedelijking aan te bieden. Om te feesten in de zon. Door de elektronische muziek te onttrekken aan de duisternis van het uitgaansleven. Na tien jaar volharding was de eerste editie in 2005 een feit, maar het zou nog vier edities vragen vooraleer we break-even draaiden. In tussentijd moesten we op de tanden bijten. We hadden het geluk dat we lang thuis konden blijven wonen zodat we onze laatste centen in de zaak konden steken. Heel ons leven stond in het teken van onze droom, we hadden elkaar om ons er door te trekken in moeilijke tijden. Achteraf gezien vraagt ondernemerschap nu eenmaal een enorme investering. Niet alleen van middelen, maar ook van tijd en focus. “
Zit het ondernemerschap in jullie bloed?
“Neen, totaal niet, maar we waren beiden vastberaden om iets op te bouwen dat ons de vrijheid zou geven om het leven te leiden dat we voor ogen hadden. En dan was het ons niet te doen om materiële zaken, maar om vrijheid en de luxe van tijd, iets bouwen wat je graag doet zonder afhankelijk te zijn.”
Je spreekt altijd in de wij-vorm. Was je al van kindsbeen zo close met je broer?
“In onze tienerjaren heeft punkrock ons samengebracht. We schuimden elk weekend concertjes af en hadden samen een punkrock bandje. En ergens gaandeweg kregen we het idee om samen onze droom waar te maken.”
In 2012 lanceerden jullie een YouTube-kanaal dat al snel kon rekenen op achttien miljoen abonnees. En de after-movies genereren zelfs honderd miljoen views. Hoe belangrijk was dat in jullie succesverhaal?
“YouTube heeft ongetwijfeld bijgedragen aan onze internationale uitstraling. Toen er op een bepaald moment een Braziliaanse vlag in het publiek verscheen, zorgde dat de daaropvolgende jaren voor een toestroom van bezoekers uit Zuid-Amerika. Maar dat het zo’n vaart zou lopen, hadden we nooit gedacht. In het begin zag ik YouTube vooral als een manier om te ontsnappen aan de klassieke reclamespotjes die grote merken voor zichzelf maken. Omdat ze de waarheid altijd verbloemen. YouTube daarentegen gaf ons de mogelijkheid om after movies te streamen waardoor nieuwe bezoekers een heel realistisch beeld kregen van wat ze van Tomorrowland mochten verwachten.”
Dit jaar ontvangen jullie 400.000 festivalgangers uit alle hoeken van de wereld. Hoe gaan jullie om met dat succes?
“We blijven gewoon verder timmeren aan de weg. Met het grote verschil dat we het nu niet meer alleen kunnen bolwerken. Doorheen de jaren hebben we een team van tachtig mensen rond ons verzameld die net als wij het beste van zichzelf geven om onze bezoekers een onvergetelijke ervaring te bezorgen. Die missie zit in het DNA van iedereen in ons bedrijf. Het is fantastisch om te zien dat we met zo’n goed team erin slagen om zo’n volksverhuizing te realiseren.”
In de nasleep van het succes creëerden jullie ook het platform Love Tomorrow met het oog op een mooiere toekomst. Bespeur ik daar enig idealisme?
“Misschien wel. We investeren in goede doelen omdat we vinden dat dit past bij Tomorrowland. Zo hebben we samen met Cunina in Nepal onlangs The Love Tomorrow Music & Arts School opgericht. Ons idee van een school op het dak van de wereld vonden we direct fantastisch. Ook onze projecten inzake sustainability en ecologie houden we voorlopig nog onder de radar. Love Tomorrow werd drie jaar geleden opgericht en zal gestaag groeien. Het zijn de eerste stapjes van een nieuw verhaal.”
Voorzien jullie ook een groei in line extensions? Tomorrowland is een sterk merk. Op de webshop verkopen jullie nu al T-shirts en kookpotten.
“Er zit geen beredeneerde strategie achter. Het is eerder omdat de kans zich aanbood. In 2014 verkochten we tijdens de twee festivalweekends maar liefst 20.000 petjes. De grote aantallen deden ons beseffen dat we het professioneler moesten aanpakken. Omdat we in alles kwaliteit nastreven. Sindsdien hebben we in ons team een afdeling die zich focust op fashion. Maar de eerste vraag die we ons altijd zullen stellen, is of het bij onze waarden past. Pas dan bekijken we of een idee ook rendabel is.”
Is mode iets dat je boeit?
“Ik hou wel van mooie dingen, maar het passioneert me niet in dezelfde mate als smaken of interieur. Gelukkig lopen er in ons bedrijf voldoende mensen rond die wel gepassioneerd zijn door mode.”
Elk jaar bouwen jullie het festival rond een thema. Vaak met een esotherische bijklank. Zoals The Elixir of Life en The Book of Wisdom. Zoek je zelf ook antwoorden in spirituele boeken?
“De inspiratie komt niet uit een boek, we denken er lang op voorhand over na met heel ons team. Tomorrowland moest vanaf het begin meer dan een festival worden. We wilden er een totaalbeleving van maken. Door elk jaar rond een mooi thema te werken, namen we bezoekers mee in ons verhaal. Om dezelfde reden kozen we ervoor om in tijden van internet alle tickets per post te versturen. Via mail was veel goedkoper en sneller geweest, maar dat zou afbreuk doen aan het sprookje. Wars van alle rationele argumenten besloten we daarom de tickets in een mooi doosje te verpakken. Als een kostbaar geschenk waarnaar met ongeduld wordt uitgekeken. Zoals een kind dat de dagen aftelt tot het openen van een kerstpakje. Of je nu acht jaar of veertig jaar bent, het blijft plezant om een cadeau onder de kerstboom uit te pakken. Het doet de ogen fonkelen en verlangen naar meer.”
Bezoek je zelf ook nog festivals?
“Jazeker, we gaan nog veel op stap. Nu net voor het festival is het eindelijk eens gelukt om de Gentse Feesten te bezoeken. En jawel, het was een echte topdag, Gent op zich is al prachtig. Een beetje rond kuieren doorheen de stad. Een pintje drinken met de vrienden. Een café binnenwandelen en een jong muziekgroepje aan het werk zien. Meer moet dat niet zijn. Ook als we in het buitenland festivals bezoeken, doen we dat steeds meer relaxed. Meestal barbecueën we vooraf in de natuur en trekken we pas naar het festival wanneer de avond valt. Om vijf uur later voldaan naar huis terug te keren. Op die manier zie ik het ons de komende twintig jaar met plezier volhouden.”
Je hebt een zoontje van twee jaar. Het toekomstbeeld van huisje, tuintje, boompje schrikt je niet af?
“Neen, integendeel. Maar ik wil wel de vrijheid behouden om deeltijds in het buitenland te wonen. Ik zou ook niet meer anders kunnen, voor mij is dat de beloning na jaren investeren en ondernemen. Toen we ons zoontje gingen inschrijven in de kleuterschool heb ik ook meteen vragen gesteld over schoolplicht. Maar mijn vriendin lachte dat ik voorloop op de feiten. De toekomst zal het wel uitwijzen.”
Ondertussen is Barcelona steeds meer je tweede thuis. Denk je eraan om ooit te emigreren?
“Neen, ik wil de wereld ontdekken, maar uiteindelijk keer je altijd terug naar je roots. België zal altijd mijn heimat zijn. Ik ben verliefd op Barcelona, maar zou er niet permanent kunnen wonen. Je moet al goed je weg kennen in de stad om de drukte te vermijden.”
Welke rol speelt muziek in je leven?
“Muziek ligt aan de basis van alles en zal altijd belangrijk blijven. Drie weken geleden waren we met zes vrienden in Barcelona voor een concert van Paul Kalkbrenner. Dat is dan even ons eigen Tomorrowland-momentje.”
Spreek je dan over vrienden uit je jeugd of ben je die ondertussen ontgroeid?
“Vriendschappen uit de scouts zijn blijvers voor het leven.”
Tenslotte nog een blik op de nabije toekomst. In maart 2019 gaat de eerste Tomorrowland Winter op L’Alpe d’Huez van start. Ben je zelf een skifanaat?
“Een fanaat zou ik mezelf niet noemen. Het was eerder een droom van mijn broer Michiel om een festival in de bergen te organiseren. En aangezien het merendeel van ons team gek is op skiën, vond zijn idee binnen het bedrijf al snel veel bijval. Daarnaast is het een onmiskenbaar feit dat een landschap in de sneeuw het perfecte decor is voor een feeëriek winterfestival. Iedereen heeft er heel veel zin in bij ons.”
En wanneer zullen jullie opnieuw andere continenten bestormen?
“De internationale droom leeft nog steeds, maar het moet op een manier gebeuren waarbij iedereen zich comfortabel voelt. Het is een kwestie van in zee te gaan met de juiste partner. Het risico in horeca mag dan al groot zijn, maar in festivals is het gigantisch en we willen op geen enkele manier het moederfestival in gevaar brengen.”
Hebben jullie nooit gevreesd voor een schuldenberg die jullie toekomst zou hypothekeren?
“Net daarom kozen we heel bewust voor een geleidelijke groei. Gelijktijdig met de bezoekersaantallen groeide ook ons werkingsbudget. Het bedrag waarmee we het eerste festival organiseerden, is vandaag net voldoende om heel het terrein te voorzien van nieuwe food- en dranktentjes die we ontwikkeld hebben. Geleidelijke aanpak was in de beginjaren best wel frustrerend. Vaak hadden we het gevoel stil te staan, maar er was geen andere optie dan stap voor stap te gaan. Niet alleen financieel, maar ook organisatorisch stelde elke groeispurt ons voor serieuze uitdagingen. Hoe meer bezoekers, hoe meer veiligheidsmaatregelen. En hoe groter het team dat nodig is om de flow te bewaken. Want de magie van elk sprookje zit in de kleinste details.”
Manu Beers
Woonplaats: Ranst
Burgerlijke status: Samenwonend, papa van een zoontje.
Favoriete stad: Barcelona
Favoriete drank: Een zelfgemaakte Bellini is heerlijk, maar je moet wel de juiste platte perziken weten te vinden. Maar evengoed houd ik van een ijskoud pint van de tap. Het hangt af van het moment en de plaats.
Top 3 Songs:
Paradiso – Steve Angelo
Aaron – Paul Kalkbrenner
Loreley – Kôlsch